De Carnotaurus leefde tussen de 240 en 60 miljoen jaar geleden in Argentinië, wat van zijn gemene kop en poten over is ligt tentoongesteld in de Galerie de Paléontologie in de Jardin des Plantes in Parijs. Van een Iguanodon staat er een compleet skelet waarin zowaar een ‘dier’ met vier poten, een staart, een nek en een kop te herkennen is. Maar kijk je wel naar bot of kijk je naar steen? De kleuren van de substantie zijn merkwaardig homogeen maar evengoed per dier nogal uiteenlopend: van licht beige naar zwart en alle aardkleuren er tussenin. De beenderen ogen versleten en verwrongen, de meeste skeletten zijn incompleet. De ‘artist impressions’ van deze wezens – tekeningen in kleur met huid en met haar – bevreemden en vervreemden de bezoeker van de Galerie nog meer. Het tijdperk waarin de Carnotaurus leefde was omstreeks 60.000.000 jaar voor Christus afgelopen. Het zijn data die zonder betekenis blijven, ze zijn lachwekkend en beledigend, het is onmogelijk ze te bevatten. De zogenaamde voorgeschiedenis van het leven op aarde heeft om die en andere redenen veel weg van een fantasie.
Gelukkig zijn al die afschuwelijke monsters dood, dat maakt het gemakkelijker om er afstand van te nemen. En die afstand is noodzakelijk, want belangstelling voor dinosauriërs (of de ‘kosmos’) leidt uiteindelijk altijd tot spiritualiteit, complot denken, godsdienst in de een of andere vorm en politiek obscurantisme. In een ‘tijd’ van zeven miljard jaar en een ‘afstand’ van x miljoen lichtjaren ontbreekt de menselijke maat volledig.
De twintig meter lange en vijftien ton wegende Brontosaurus liep volgens biologen ooit op aarde rond omdat het kón. De evolutie is met andere woorden een kwestie van gelegenheid. De uitstalling van dierskeletten wordt in de Galerie begeleidt door een anatomisch model van een mens zonder huid, demonstratiemateriaal bekend als ecorché. De levensgrote figuur die op een verhoging staat heeft zijn linkerarm opgeheven alsof hij iemand of iets dat nog hoger staat begroet. Het is moeilijk voor te stellen dat deze nietige ontvelde in dit dierenpark de regie heeft.
De Galerie de Paléontologie is als morfologische freakshow erg geslaagd. Het is in de honderdvijfenzeventig meter lange hal doodstil en er is niets dat ter lering of vermaak digitaal of anderszins beweegt. De animatie van het tentoongestelde komt alleen aan op de verbeelding van de toeschouwer. De sensatie van bezoek aan een stad van doden overheerst. Alle skeletten staan in dezelfde richting, ze zijn vastgezet in een beweging die richting de uitgang gaat. De Galerie de Paléontologie is een Memento Mori dat is vermomd als een instituut voor vergelijkende anatomie.